8 april 2016 | door: Vittorio Busato
16 september 2013 | door: Vittorio Busato
Raar woord eigenlijk, onderpresteren, bedacht ik me laatst. Impliceert dat woord immers niet een exact bekend prestatieniveau? Of, een andere optie, blijven iemands huidige prestaties dan onder het niveau van eerdergeleverde prestaties? Als niet duidelijk is onder welke objectieve norm of meetlat iemand presteert, kun je iedereen wel een onderpresteerder noemen.
De zogeheten onderpresteerders zijn niet zelden de probleemgevallen onder de hoogbegaafden, degenen die om wat voor reden ook niet die cognitieve prestaties leveren die je wellicht op basis van hun hoge IQ zou mogen verwachten. Onderpresteerders ‘hebben’ hoogbegaafdheid, maar in hun prestaties ‘zijn’ ze niet hoogbegaafd; ze hebben zich immers (nog) niet bewezen.
Het ‘hebben’ van hoogbegaafdheid’ suggereert een probleem, een stoornis waarvan iemand last heeft. Maar hoogbegaafdheid staat (nog) niet als psychopathologische stoornis vermeld in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), het wereldwijd gehanteerde classificatiesysteem voor zulke stoornissen. In dat systeem staan wel andere stoornissen beschreven die mogelijk helpen verklaren waarom iemand met een hoog IQ zich (nog) niet optimaal ontwikkelt en wat daar gericht tegen kan worden ondernomen.
Voor alle duidelijkheid: ik gun iedereen een optimale ontwikkeling. Maar ik wil er wel voor pleiten om onderpresteerders niet hoogbegaafd te noemen. De realiteit leert nu eenmaal dat iemand met een IQ van boven de 130 niet per definitie hoogbegaafd is. Diezelfde realiteit leert ook dat iemand met een lager IQ prima hoogbegaafde prestaties kan leveren.
Hoe moet je een onderpresteerder dan definiëren? Net zoals je een bovenpresteerder bijvoorbeeld een eendagsvlieg of mazzelaar kunt noemen, zo zou je onderpresteerders voorlopig als talenten, beloften en soms ook als losers kunnen bestempelen. Zonder prestatie geen predikaat hoogbegaafd; maak eerst maar waar, waartoe je in staat bent. Zolang je je niet bewijst, zorg dan dat tegenslagen je sterker maken en je noodzakelijke weerstand verhogen om die prestatie wél te leveren. Daar is niets ‘zieligs’ aan. Dat hoort allemaal bij het (over)leven, voor hoogbegaafden net zo goed als voor minder begaafden.
Benieuwd naar mijn definitie van intelligentie en die van hoogbegaafdheid? Intelligent is iemand die zich succesvol aanpast aan de omgeving, aan het leven; hoogbegaafd is iemand die die omgeving, dat leven succesvol naar zijn of haar hand zet.
Inderdaad ja: met de nadruk op succesvol.