4 april 2019 | door: Vittorio Busato
In zijn pas verschenen boek Foute besluiten ontrafelt managementadviseur Wim van Hennekeler patronen en oorzaken van rampzalig uitgepakte beslissingen. Vaak zijn die het gevolg van groepsdenken. Teams kunnen zich daartegen wapenen door onder meer bewust tegenspraak te organiseren tijdens besluitvormingsprocessen.
Hadden bij de Dienst Justitiële Inrichtingen, de gevangenis in Vught en de forensisch-psychiatrische kliniek in Den Dolder de verantwoordelijken voor Michael P. die tegenspraak maar georganiseerd. De vorige week verschenen rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de Inspecties Justitie en Veiligheid en Gezondheidszorg en Jeugd illustreren op ontluisterende wijze hoe de forensisch deskundigen elkaar napraatten en P. als modelpatiënt zagen. Zijn behandeling zou aanslaan en daarom mocht hij al snel werken aan zijn terugkeer naar de maatschappij. Opmerkelijk genoeg was die behandeling alleen gericht op zijn agressie en verslaving, niet op zijn seksuele gedrag. Terwijl P. in 2011toch in hoger beroep was veroordeeld tot elf jaar cel (vijf jaar minder dan de oorspronkelijke eis) voor het onder dreiging met een imitatiewapen verkrachten van twee zestienjarige meisjes die hij ook tot pornografische handelingen met elkaar dwong – een droomscenario, zoals hij later trots zou hebben verklaard. Tbs kon niet worden opgelegd omdat P. destijds een persoonlijkheidsonderzoek weigerde in het Pieter Baan Centrum (PBC). Ook tijdens zijn behandeling werd de tegenspraak van P. gehonoreerd. Zoals menig zedendelinquent wenste hij niet te praten over zijn seksuele gedrag, helaas gaven zijn behandelaars gehoor aan deze wens. Evenmin was een risicoanalyse nodig of P. al naar de minder beveiligde kliniek in Den Dolder kon. Van deze ernstig foute besluiten is Anne Faber op gruwelijke wijze slachtoffer geworden.
P. heeft voor zijn misdaad 28 jaar cel en tbs met dwangverpleging opgelegd gekregen – een straf waartegen hij in hoger beroep is gegaan. De rechter veronderstelt met de tbs-maatregel dus dat de moord en verkrachting van Faber niet volledig aan P. kan worden toegerekend vanwege een geestelijke stoornis. De opgelegde tbs wekt de suggestie dat er iets aan P. te verbeteren zou zijn. Weliswaar blijkt uit onderzoek dat tachtig procent van de tbs’ers na vrijlating niet recidiveert, dat wil zeggen, niet een soortgelijk ernstig delict pleegt; een op de twee delinquenten komt na tbs wel weer in aanraking met justitie. Van de lang gestraften zonder tbs valt zestig tot tachtig procent in herhaling. Het is evenwel nooit hard te maken dat tbs’ers door hun behandeling niet recidiveren; er is immers geen controlegroep geweest zonder behandeling. Mensen, en dus ook tbs’ers, veranderen wel iets over de tijd – omdat ze ouder worden bijvoorbeeld, wilskrachtiger, berouwvoller, milder, wat wijzer, wie zal het zeggen.In die 80%-statistiek worden bovendien alle tbs’ers samengenomen, terwijl er juist onderscheid zou moeten worden gemaakt in soorten stoornissen die wel en (nog) niet zijn te behandelen. Om enige tegenspraak te geven: er bestaan geen studies die aantonen dat sadistische, psychopathische verkrachters zoals P. met succes te behandelen zijn.
In mijn roman Impact begaat een hoogleraar psychologie een gruwelijke misstap waarvoor hij tot tbs wordt veroordeeld. Omdat de reguliere behandeling niet aanslaat, mag hij als alternatief zijn psychobiografie optekenen, juist ook omdat hij levenslang ambieert. Daarin noteert hij onder meer: ‘Beoordeel me op mijn daden, niet op wie ik mogelijk ben of op mijn intenties of vermeende psychopathologie. Ik ben wat ik heb gedaan. Wat er in mijn black boxomgaat, is speculatie, fictie. Ik heb me er allang bij neergelegd dat lang niet alles te verklaren is. (…) Ik heb mezelf ernstig gediskwalificeerd, daarom veroordeel ik mezelf. Dat zouden meer gestoorden moeten doen.’
Ik geloof dat ik het met deze ontspoorde psycholoog eens ben. Je hoeft geen psycholoog of psychiater te zijn om te concluderen dat er iets grondig mis zal zijn met het brein van P. Maar kijk vooral naar zijn gedrag. Na zijn daad begroef hij het lijk van Faber en merkten zijn behandelaars in Den Dolder een kleine twee weken niets bijzonders aan hem op. Alvorens hij werd opgepakt is P. in Amsterdam al dan niet onder invloed van drugs nog meermalen naar de hoeren geweest. Zijn vriendin was in diezelfde periode hoogzwanger. Menen dat zulke gewetenloze monsters te repareren zijn is een heel fout besluit. Een dure tbs-behandeling voor P. is weggegooid gemeenschapsgeld.