Topbedrijven van de Toekomst

Topbedrijven van de Toekomst

Vittorio Busato, Jeroen Conijn & Marcel Misset (2002)
Topbedrijven van de Toekomst
Wolters Noordhoff

Dit is een voorpublicatie uit Topbedrijven van de toekomst
Bestellen kan via www.wolters.nl

Insinger de Beaufort

Insinger de Beaufort is een toonaangevende private banking en trust groep in Nederland. Het totaal belegd vermogen ligt tussen de elf en twaalf miljard gulden. Insinger de Beaufort telt wereldwijd ongeveer elfhonderd medewerkers.

  • Flexibiliteit in planning en organisatie: *****
  • Innovatieve kracht: ****
  • Internationale oriëntatie: *****
  • Human Resources Beleid: *****
  • Kwaliteit van management: *****
  • Performance op de beurs: ****

Verwachtingen toekomst

  • Product- en marktontwikkelingen: *****
  • Winst- en omzetontwikkelingen: *****
  • Werkgelegenheidsontwikkelingen: *****

+ De cultuur en bijzondere structuur van bank Insinger de Beaufort, de diepe kennis van de financiële markt én de verregaande flexibiliteit naar de klant toe, dragen bij aan een optimale dienstverlening en een indrukwekkende groei van de afgelopen jaren.

Jaarverslagen zijn toch saai? Niet dat van bank Insinger de Beaufort. Dat is een piece of art! Een jaarverslag dat je in je boekenkast zet.

De titel is poëtisch en maakt nieuwsgierig: ‘Rice is very difficult to understand’. Het is een uitspraak van een Japanse sushi chef. Hij is naast een pianostemmer, een flamenco danseres, een simultaan vertaler, een ontwerper van auto’s en een diamantbewerker, één van de zes mensen die in dit jaarverslag met prachtige, korrelige foto’s van Maarten Corbijn worden geportretteerd. Zes waarden komen steeds terug: passie, overtuiging, onafhankelijk denken, integriteit, ervaring en commitment. Waarden of kwaliteiten die noodzakelijk zijn om een staat van meesterschap te bereiken.

“Het zijn precies die waarden die wij als bank nastreven,” vertelt Han Bongers, marketing director bij Insinger de Beaufort en verantwoordelijk voor deze productie. “Deze mensen zijn na uitgebreid onderzoek geselecteerd op flow, op een optimale beheersing van een vakgebied. Om zo ver te komen hebben ze jarenlang zeer toegewijd gewerkt. Ook wij werken hier met passie, inzet, bevlogenheid. Maar we zijn nog niet zover dat we die flow al hebben bereikt. Wij hebben echter wél de ambitie om op ons vakgebied ook zo ver te komen als de geportretteerden in ons jaarverslag.”

Hè? Insinger de Beaufort is toch een bank? En banken zijn toch vooral geïnteresseerd in cash-flow? Staan er dan geen cijfers in dat jaarverslag? Natuurlijk wel, opvallend overzichtelijk ook. Cijfers ook, om trots op te zijn.

Het totale belegd vermogen bijvoorbeeld, het geld dat voor derden wordt beheerd, bedraagt inmiddels zo’n twaalf miljard gulden. Het bruto-inkomen van de bank is in vijf jaar gegroeid van drieëndertig tot honderdenzes miljoen dollar. En het aantal medewerkers is in diezelfde periode, mede door een aantal acquisities waaronder de Britse stockbroker Townsley, GIM algemeen vermogensbeheer uit Eindhoven en de United Trust Bank uit London, toegenomen van iets meer dan driehonderd tot ongeveer elfhonderd. Insinger de Beaufort telt achttien kantoren. Naast het hoofdkantoor in Amsterdam heeft de bank vestigingen in Engeland, de Britse Maagdeneilanden, de Kanaaleilanden, Curaçao, Hong Kong, het eiland Man, Italië, Luxemburg, Maleisië, Mauritius, Singapore, Zuid-Afrika, Zwitserland en de Verenigde Staten. Landen, overigens, waar voor het grootste deel met lokale mensen wordt gewerkt.

Maar dergelijke gegevens, die toch objectief aantonen hoe goed deze bank zakelijk over de jaren en internationaal presteert, lijken welhaast bijzaak. Natuurlijk heeft Insinger de Beaufort niets tegen geld verdienen, integendeel. Maar wat de bank toch vooral wil benadrukken is de bijzondere bedrijfscultuur, de flexibele en open manier waarmee klanten worden behandeld. Peter Sieradzki, executive director en man van het eerste uur: “De hoofdredacteur van het Financieel Dagblad typeerde ons ooit als the best kept secret in The Netherlands. Dat was niet zozeer een belediging, maar illustreerde vooral dat bij een groter publiek te weinig bekend was waar wij voor staan. Ons imago, onze branding moest omhoog. Han Bongers, die hier nu ruim drie jaar werkt, is er onder meer door zo’n jaarverslag uitstekend in geslaagd om onze uitstraling en cultuur meer naar buiten te brengen. Wereldwijd profileren wij ons nu beter dat wij bankiers zijn met passie.”

Gesprekspartners

Even wat geschiedenis. Twee Zuid-Afrikanen, Ian Kantor en Peter Sieradzki, begonnen in 1986 op een kamer aan de Herengracht in Amsterdam als private bankers met een beheerd vermogen van drie miljoen gulden. Binnen tien jaar was dat vermogen gegroeid tot vierhonderdvijftig miljoen dollar. Door een reverse take-over in 1995 van Bank Insinger de Beaufort (deze naam werd aangehouden), ligt dat beheerd vermogen inmiddels vele malen hoger. De bancaire activiteiten van Insinger de Beaufort, een handelsbank opgericht in 1779, richten zich nu op vijf hoofdgebieden: private banking, asset management, securities management, corporate advisory en trust & fiduciary services. Deze worden particulieren, bedrijven en instituten aangeboden via twee divisies: de Private Client en de Institutional Client divisie.

Het moederbedrijf, Insinger de Beaufort Holdings S.A., heeft een notering aan de Beurs van Luxemburg. Het overgrote merendeel van de aandelen is in handen van medewerkers. Sieradzki: “Het aantal externe aandeelhouders houden we bewust laag. De bedoeling van onze beursnotering is dat medewerkers in de loop der jaren een aardig kapitaal kunnen opbouwen, maar vooral om het gevoel van betrokkenheid te stimuleren. Bovendien geeft deze constructie ook klanten het idee dat wij weinig verantwoording hoeven afleggen aan derden en dat zij hier eerlijk en onafhankelijk advies kunnen krijgen.”

Dat advies kan ook gaan over geld dat niet door Insinger de Beaufort wordt beheerd. Sieradzki: “We zien ons op de eerste plaats als gesprekspartners van klanten, of ze nu al hun geld bij ons hebben of niet. We willen klanten helpen met hun problemen in een veranderende wereld. Dat kan bijvoorbeeld ook over een elders afgesloten hypotheek gaan. Klanten moeten ten allen tijden het gevoel hebben dat ze naar hun private banker gaan voor een totaal advies. Met onze expertise en ons internationale netwerk kunnen we dat ook bieden. Wij passen ons zeer flexibel aan de marktomstandigheden aan.”

Klanten krijgen ook geen “productjes” aangeboden, benadrukt Bongers. “Wij proberen oplossingen te vinden, hoe we dat doen is vers twee. We willen mensen snappen, hun behoeften, hoe ze hun leven willen inrichten. Dat is veel ingewikkelder. Wij zijn vertrouwenspersoon, bouwen een intieme relatie op met klanten, die je veelal van haver tot gort leert kennen. Niet voor niets zeggen wij in reclamecampagnes You have got enough to think about. Dat is een uitgesproken en open profilering, die sommige mensen meer zal aanspreken dan andere.”

Bedrijfscultuur

Dat zal ook gelden voor het begin 2000 nieuw betrokken pand aan de Herengracht, waar voorheen het Amsterdamse bevolkingsregister was gehuisvest. Bongers: “Je denkt hier niet in eerste instantie dat je bij een bank rondloopt. De werkplekken zijn open, er zijn veel glazen deuren en wanden, niemand heeft een eigen kamer. Ik heb een bureau naast de CEO, of andersom.” Dit gebouw straalt de bedrijfscultuur uit van openheid, transparantie, integriteit, flexibiliteit, zegt Sieradzki. “Die transparantie stimuleert medewerkers meer met elkaar samen te werken, zorgt voor flexibiliteit en creërt tegelijkertijd integriteit. Alles is zichtbaar voor iedereen, wij hebben geen geheimen. Hiërarchie kennen we nauwelijks. Met de manier waarop we werken, met de manier waarop we met onze klanten omgaan, behoren we niet tot het bankestablishment. Voor een bepaald soort klanten is dat juist het aantrekkelijke aan ons.”

Niet iedereen voelt zich ook thuis in deze bedrijfscultuur. Bongers: “De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat als je hier niet past je een vervelelende tijd hebt. Maar je komt ook niet zomaar binnen. Wie solliciteert, heeft een gesprek met zes tot tien mensen, van hoog tot laag. Als één iemand een uitgesproken bezwaar heeft tegen de sollicitant, gaat de benoeming niet door. Met een dergelijke inspraak bewaken we onze cultuur.” Het verloop van personeel is, zeker vergeleken met andere banken, evenwel laag. De medewerkers van Insinger de Beaufort zijn vrijwel allemaal universitair geschoold. Bongers: “We zijn niet primair geïnteresseerd in een bepaalde studie. Naast economen, juristen en economen lopen hier historici, natuurkundigen, ingenieurs rond. We zoeken vooral open en flexibele mensen, die in staat zijn om hun eigen baan te maken en kunnen omgaan met verantwoordelijkheid. Wie aan veel structuur is gewend, krijgt het hier moeilijk. Wij zijn eigenlijk veel meer ondernemers dan bankiers.”

Persoonlijke ontwikkeling van medewerkers staat hoog in het vaandel. Iedereen kan maximaal twee opleidingen, trainingen of postacademische cursussen per jaar volgen. Er is veel aandacht voor postemployment coaching. Dat gaat zelfs zo ver dat medewerkers een psycholoog of psychiater kunnen raadplegen. Sieradzki: “Mensen hebben moments of reflections nodig. Dat kan komen door hoge werkdruk, maar ook door privé-omstandigheden. Die psycholoog en psychiater zijn goed geïnformeerd wat er speelt in ons bedrijf en werken puur op een vertrouwelijke basis. Als het nodig is, kunnen ook families van medewerkers erbij worden betrokken. Of je zo als werkgever niet te dicht bij het privé-leven van je medewerkers komt? Het hoeft niet, we bieden de mogelijkheid. We willen onze medewerkers mentaal optimaal steunen. Toen we deze service introduceerden, heeft het topmanagement als voorbeeld ook een aantal sessies gevolgd. Je hoeft niet in een crisis te zitten om naar een psycholog of psychiater te gaan.”

Toekomst

Of de groei van Insinger de Beaufort zich zo explosief zal doorzetten als de afgelopen vijf jaar, is gezien de verslechterde situatie op de financiële markten nog even de vraag. Het aandeel op de Luxemburgse beurs is weliswaar stabiel gebleven. Maar in een persbericht eind oktober werd een winst van zes miljoen dollar gerapporteerd over de eerste helft van 2001. Die lag beduidend lager dan de kleine tien miljoen dollar winst in de eerste helft van 2000. De verwachting is niet dat de tweede helft van 2001 een spectaculaire verbetering op korte termijn zal geven. Daar is de bank heel helder in. Desalniettemin blijft Insinger de Beaufort erop vertrouwen dat de doelstellingen voor de langere termijn – meer naamsbekendheid en verdere groei – zullen worden gerealiseerd. Sieradzki: “De groei die wij hebben doorgemaakt is vooral een reflectie van de periode tussen 1985 en 1996. Juist in economisch mindere tijden zullen we er extra tegenaan moeten gaan en kunnen we marktaandeel verdienen. Groei is onze currency. Belangrijk daarvoor is om meer jonge, talentvolle mensen aan te trekken. Zonder groei geen nieuwe mensen, maar zonder nieuwe mensen kun je niet doorgroeien. Als wij met dezelfde passie en expertise onze dienstverlening blijven aanbieden, weet ik zeker dat we zullen blijven groeien.”

Met die naamsbekendheid zal het ongetwijfeld ook goed komen. Het jaarverslag is pas op de Kanaaleilanden bekroond met de Excellent Marketing Award. Bongers: “Klinkt misschien niet zo spectaculair, maar zoiets is voor ons wel belangrijk. De Kanaaleilanden vormen immers een nog tradionelere samenleving dan Engeland.”

Het moet wel heel raar lopen, wil dit jaarverslag onopgemerkt blijven bij één of andere marketingprijs in Nederland. Zoveel smaak, zoveel passie verdient het om beloond te worden.